In de kinderboerderij ga ik graag kijken naar de schaapjes, de geitjes, de pauwen en de kippen. Ze hebben een goed verzorgd leventje.
Er is een sappige wei en een afdak om te schuilen. Daar staan ook de troggen met voer en de drinkbakken.
Net voor het afdak is de grond kaal getrapt en als het regent wordt dat één grote modderpoel.
Het is trouwens niet alleen modder wat daar ligt…laten we het maar drek noemen.
Bovenop die open stal staat een duiventil. Daar wonen schitterend witte duiven.
Zij hebben daar zo hun eigen luxe leventje. Ze hebben elkaar en beneden is er eten in overvloed.
In de drinkbakken kunnen ze badderen, maar het ware feest begint voor hen pas als het geregend heeft. De drek verandert dan in een inktzwarte modderpoel met lekkere diepe plassen.
Vol overgave storten de duiven zich er in. Ze slaan met hun vleugels en trappelen met hun pootjes, gaan kopje onder en schudden zich uit. De modderspetters vliegen in het rond.
Wat een prachtig gezicht en wat verbaas ik me erover, dat ze er elke keer zo spierwit ingaan en er ook zo spierwit weer uitkomen! Schitterend wit!
Het beeld van die duiven draag ik bij me. Ik denk er regelmatig aan als ik het gevoel heb dat ik in een modderpoel terecht gekomen ben.
Wat er ook maar gebeurt, als er met modder gegooid wordt of als ik uitglijd in de drek, in wezen blijf ik altijd dezelfde.
In wezen ben ik licht en liefde.
En jij ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten